Gember en allergische rinitis
Gember (Zingiber officinale) kent een lange geschiedenis van medicinaal gebruik die 2500 jaar teruggaat tot in China en India. Het werd historisch vooral ingezet voor klachten van het maag-darmsysteem, zoals misselijkheid gasvorming en krampen. Ook bij bewegings- en zeeziekte, hoofdpijn en artritis zijn van gember gunstige resultaten aangetoond. Gember bevat diverse functionele ingrediënten met een (mono-)fenolstructuur, zoals gingerolen, shogaolen en paradolen, zie onderstaande figuur. In de afgelopen decennia is aangetoond dat deze stoffen over antioxidatieve en anti-inflammatoire eigenschappen beschikken. Recentelijk staan deze verbindingen in de wetenschappelijke belangstelling bij, IBS-D, hart- en vaatziekten, diabetes en wegens hun invloed op diverse soorten kankercellen.
In een recente klinische studie zijn ook de effecten van gember op allergische rinitis onderzocht, en vergeleken met het gebruik van het antihistaminicum Loratadine, waarbij 40 personen 500 mg van een gemberextract en 40 personen 10 mg Loratadine zes weken lang dagelijks innamen. Na drie en na zes weken werden de klinisch symptomen in kaart gebracht. Reeds na drie weken bleek er geen verschil in effectiviteit tussen Loratadine en gember. In beide groepen waren de klachten significant verminderd; de zwelling van de neus was minder en men had minder last van niezen en tranende ogen. Ook na zes weken hield dat effect aan. Benevens wat oprispingen aan het begin van de studie, had de gembergroep geen last van neveneffecten zoals slaperigheid, die in de Loratadine-groep wel optrad.
Allergische rinitis is meestal het gevolg van specifieke IgE-gemedieerde allergische reacties in het neusslijmvlies en wordt gekenmerkt door een verstopte neus, jeuk in de neus, waterige loopneus of loopneus en niezen. De behandeling van allergische rinitis is meestal gericht op het onderdrukken van deze ontstekingsreacties en de belangrijkste medicatie zijn antihistaminica, nasale steroïden en leukotrieenreceptorantagonisten. Met name de fenolische gingerolen en shogaolen in gemberextracten kunnen de afgifte van de cytokines IL-1 en TNF-α en de werking van de enzymen COX-1 en COX-2 inhiberen, waardoor T- en B-cellen en mestcellen minder geactiveerd worden.