'Gezonde' vitamine B12-spiegels niet genoeg om neurologische achteruitgang af te weren - 07-03-2025
Een door UCSF (University of California San Francisco, USA) geleide studie roept op tot nieuwe aanbevelingen en supplementen voor oudere volwassenen die mogelijk een betere hersenbescherming bieden.
Voldoen aan de minimumbehoefte aan vitamine B12, die nodig is om DNA, rode bloedcellen, zenuwweefsel en myeline te maken, is misschien niet voldoende, vooral als je ouder bent. Het kan zelfs leiden tot cognitieve stoornissen.
Een nieuwe studie, geleid door onderzoekers van UC San Francisco, wees uit dat oudere, gezonde vrijwilligers, met lagere concentraties B12, maar nog steeds in het normale bereik, tekenen van neurologische en cognitieve deficiëntie vertoonden. Deze niveaus werden geassocieerd met meer schade aan de witte stof van de hersenen - de zenuwvezels die communicatie tussen hersengebieden mogelijk maken - en testscores geassocieerd met langzamere cognitieve en visuele verwerkingssnelheden, vergeleken met die met hogere B12. De studie is gepubliceerd in Annals of Neurology op 10 februari 2025.
De onderzoekers onder leiding van senior auteur Ari J. Green, MD, van de UCSF-afdelingen Neurologie en Oogheelkunde en het Weill Institute for Neurosciences, zeiden dat de resultaten vragen oproepen over de huidige B12-vereisten en suggereren dat de aanbevelingen moeten worden bijgewerkt.
"Eerdere studies waarin ‘gezonde hoeveelheden’ van vitamine B12 werden gedefinieerd, hebben mogelijk subtiele functionele manifestaties van hoge of lage niveaus gemist die mensen kunnen beïnvloeden zonder openlijke symptomen te veroorzaken" zei Green, erop wijzend dat duidelijke tekorten aan de vitamine vaak worden geassocieerd met een type bloedarmoede. "Het herzien van de definitie van een B12-tekort middels het opnemen van functionele biomarkers, kan leiden tot eerdere interventie en preventie van cognitieve achteruitgang."
In de studie namen de onderzoekers 231 gezonde deelnemers op zonder dementie of milde cognitieve stoornissen, van wie de gemiddelde leeftijd 71 was. Ze werden gerekruteerd via de Brain Aging Network for Cognitive Health (BrANCH)-studie aan de UCSF.
Hun B12-hoeveelheden in het bloed waren gemiddeld 414,8 pmol/L, ruim boven het Amerikaanse minimum van 148 pmol/L. Gecorrigeerd voor factoren zoals leeftijd, geslacht, opleiding en cardiovasculaire risico's, keken onderzoekers naar het biologisch actieve bestanddeel van B12, dat een nauwkeurigere maatstaf biedt voor de hoeveelheid vitamine die het lichaam kan gebruiken. Zodra cobalamine is opgenomen, binden de transporteiwitten haptocorrine (HC) en transcobalamine (TC) het met grote affiniteit en fungeren als transporteurs in de bloedsomloop. Omdat alleen TC een specifieke receptor (CD320) heeft voor cellulaire opname, wordt Holo-TC1 doorgaans beschouwd als biologisch beschikbaar voor cellen (‘actief’). Aan de andere kant vertegenwoordigt Holo-HC hypothetisch gezien de fractie van B12 die niet direct beschikbaar is voor weefsels (‘inactief’); het kan alleen niet-specifieke asialoglycoproteïne-receptoren op levercellen binden voor heropname, afbraak en uitscheiding in de gal.
In cognitieve tests bleken deelnemers met een lagere actieve B12 een langzamere verwerkingssnelheid te hebben, wat verband houdt met subtiele cognitieve achteruitgang. De impact ervan werd versterkt door de oudere leeftijd. Ze vertoonden ook aanzienlijke vertragingen bij het reageren op visuele stimuli, wat wijst op langzamere visuele verwerkingssnelheden en algemene langzamere hersengeleiding.
MRI's onthulden een groter volume laesies in de witte stof van de deelnemers, wat in verband kan worden gebracht met cognitieve achteruitgang, dementie of beroerte. Opmerkelijk genoeg vonden de onderzoeker ook dat hoge niveaus van Holo-HC, de biologisch niet-beschikbare fractie van B12, geassocieerd worden met een toename van de niveaus van T-Tau-eiwitten in het serum, een biomarker voor neurodegeneratie. Deze bevindingen suggereren dat huidige parameters voor het definiëren van adequate B12-niveaus mogelijk ongepast zijn bij het overwegen van neurofysiologische, neuro-psychologische, serologische en neuroradiologische uitkomsten. Het metaboolsyndroom en in het bijzonder insulineresistentie worden in verband gebracht met biomarkers van een laag vitamine B12-gehalte.
De plaques die bij de ziekte van Alzheimer kunnen worden waargenomen, bevatten hyper-gefosforyleerde Tau-eiwitten en vitamine B12 speelt een rol bij het voorkomen van deze aggregaties door de fibrillatie van Tau te remmen. Daarom kan de retentie van vitamine B12 door haptocorrine de biologische beschikbaarheid van B12 in de hersenen verminderen, waardoor Tau-gemedieerde neuronale schade kan worden bevorderd. Een ander element van het onderliggende mechanisme voor onze waargenomen effecten kan liggen in de genetische variabiliteit voor B12-gerelateerde eiwitten, bijvoorbeeld de transcobalamine 1 (TCN1) en 2 (TCN2) gen-varianten, die de gemeten B12-niveaus in het bloed tussen individuen kunnen beïnvloeden en de cognitieve uitkomst kunnen beïnvloeden.
Terwijl de studievrijwilligers oudere volwassenen waren, die mogelijk een specifieke kwetsbaarheid hebben voor lagere niveaus van B12, zei co-auteur Alexandra Beaudry-Richard, MSc, dat deze lagere niveaus "de cognitie in grotere mate kunnen beïnvloeden dan we eerder dachten, en kunnen een veel groter deel van de bevolking beïnvloeden dan we ons realiseren."
"Naast het herdefiniëren van B12-tekort, moeten clinici suppletie overwegen bij oudere patiënten met neurologische symptomen, zelfs als hun niveaus binnen normale grenzen liggen," zei ze. "Uiteindelijk moeten we investeren in meer onderzoek naar de onderliggende biologie van B12-insufficiëntie, omdat het een vermijdbare oorzaak van cognitieve achteruitgang kan zijn."
Bovenstaande figuur:
Bij lage niveaus van B12, specifiek wanneer het gebonden is aan transcobalamine voor cellulaire opname, kan bewijs van tragere geleiding in de hersenen wijzen op een afname verzwaking van myeline. Bij hoge niveaus van B12, specifiek wanneer gebonden aan het biologisch inerte transporteiwit haptocorrine, verschijnen biomarkers van neurodegeneratie in het serum, wat duidt op neuroaxonale schade. De biologische basis voor dit fenomeen moet nog worden onderzocht. Holo-HC = holo-haptocorrine; Holo-TC = holo-transcobalamine; VEP = visueel opgewekte potentialen. Bron: Vitamin B12 Levels Association with Functional and Structural Biomarkers of Central Nervous System Injury in Older Adults.